14 april 2023
De Amerikaanse dollar staat nu op het hoogste niveau sinds een jaar. De verklaring is dat de monetaire politiek in de Verenigde Staten en Europa niet hetzelfde zou zijn.
Niet zo lang geleden was het algemene beeld dat zowel de Amerikaanse centrale bank (FED) als de Europese (ECB) de rente fors zouden verhogen. Dat als antwoord op de sterk stijgende inflatie. Hogere prijzen voor energie en in het verlengde daarvan ook voor voedsel lagen daaraan ten grondslag. Maar de rampscenario’s (koude winter) kwamen niet uit en daardoor daalden met name de energieprijzen. De olieprijs bereikte midden maart een niveau van $75 voor het Brentcontract versus $ 130 ruim een jaar eerder. De lage prijs zorgde ervoor dat de OPEC landen besloten tot een productiebeperking wat de prijs fors deed stijgen.
Echter in perspectief valt het allemaal mee en staat de prijs voor een vat olie uit de Noordzee nog op hetzelfde niveau als begin van het jaar. Het wachten is op prijsdalingen van voedsel. Deze zijn gestegen door de hogere energieprijzen. Maar volgens de bekende varkenscyclus zorgen hogere prijzen voor meer aanbod. Met als kanttekening dat economie geen exacte wetenschap is. Maar dat de inflatie aan het dalen is bleek de afgelopen dagen wel uit de cijfers in de Verenigde Staten. Op consumentenniveau (de CPI) was de geldontwaarding in maart 5% wat het laagste niveau was in twee jaar en fors minder dan de 6% in februari. Ook op producentenniveau (de PPI) zagen we een daling van 4,8% in februari naar 3,4% in maart. En dat was het laagste niveau sinds januari 2021. De kans dat de FED de rente nog fors zou gaan verhogen neemt duidelijk af. De meeste analisten gaan nu uit van een verhoging nog van 0,25% in mei. Maar vervolgens zou de FED een afwachtende houding aannemen. Enkele analisten menen zelfs dat in de loop van het jaar de rente nog zal worden verlaagd. Of de Europese centrale bank ook minder zal gaan verhogen wordt betwijfeld. Diverse centrale bankiers, waaronder Klaas Knot van De Nederlandsche Bank, stellen dat verhogingen nodig blijven. Ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF) stelt dat verhogingen nodig blijven om de inflatie te beteugelen. Het gegeven dat wellicht Europa blijft verhogen terwijl in de Verenigde Staten dit minder zal zijn zorgt voor de hogere dollar. Toch mag de vraag worden gesteld of de stijging van de euro versus dollar zal doorzetten. Een lagere dollar vertaalt zich uiteindelijk in een lagere inflatie in Europa. Alle grondstoffen worden uiteindelijk afgerekend in de Amerikaanse munt. Als de stijging van de grondstoffen minder is dan de daling van de dollar leidt dat tot een afname van de prijzen. En dus behoeft de rente in Europa minder sterk te stijgen. Een tweede factor is het verschil in rente op 10-jarige leningen. Een jaar geleden was het verschil tussen 10-jarige leningen in de Verenigde Staten en Europa 1,8%. Nu is dit met 1,05% op het laagste niveau van de afgelopen 12 maanden. Europese leningen zijn derhalve aantrekkelijker dan Amerikaanse. Internationale beleggers kiezen dus blijkbaar eerder voor de Europese. Maar die vraag zal kunnen betekenen dat de rente op 10-jarige euroleningen gaat dalen, waardoor men weer snel zal kiezen voor Amerikaanse. Ook hier kan de varkenscyclus zich voordoen. In ons beleggingsbeleid hebben we eerder aangegeven dat Euro-obligaties aantrekkelijk zijn. De komende weken lijken daarom ook aantrekkelijk te worden om te kopen.