6 maart 2023
Dat de rente stijgt is nauwelijks meer nieuws. Het echte opmerkelijke nieuws is dat de rentestijging zonder ernstige gevolgen is. Dat ondanks alle doemscenario’s.
Natuurlijk denken de houders van de lening van Oostenrijk die tot 2120 loopt daar wel anders over (zie FT4R-2023). De koersbewegingen van deze staatslening met een hoge rating (AA+, Nederland heeft een iets hogere rating met AAA) is ongekend. Die enorme volatiliteit heeft echter te maken met het rente-technisch effect. Risico op obligaties wordt gemeten volgens het begrip duration. Kort geformuleerd houdt dit in hoe snel heeft een investeerder zijn ingelegde kapitaal terug afgezien van de aflossing van de lening. Voor een lening met een rente van 10% is dat korter dan 10 jaar. Leningen met een hoge rente bewegen minder sterk.
Maar de lening van Oostenrijk heeft een rentecoupon van 0,85% en een duration van 44 jaar. Hierdoor zijn de dagelijkse bewegingen veel sterker. Hogere rentes hebben in het verleden tot enorme crisissen geleid. De Latijns-Amerikaanse schuldencrisis begin jaren tachtOnig was het directe gevolg van de renteverhogingen door de Amerikaanse centrale bank (FED) onder leiding van Volcker. Ook de kredietcrisis rond 2008 zag haar oorsprong in de renteverhogingen van de FED. De gevolgen voor veel bedrijven waren groot en veel kwamen in de problemen. Maar nu na een jaar van renteverhogingen door zowel de FED alsook de Europese centrale bank (ECB) zijn er nauwelijks grote spanningen in het systeem. Het aantal faillissementen in de Westerse wereld loopt niet spectaculair op. De problemen van modeketen Peek & Cloppenburg, die deze week naar buiten kwamen, hebben niets met de stijgende rente te maken maar meer met het veranderde koopgedrag van de consumenten. Ook internationaal zijn er geen spanningen. De rente op staatsleningen in bijvoorbeeld Chili is gestegen van 5,8% naar 5,97%. In Europa zijn de stijgingen van de obligatierendementen sterker. In Duitsland steeg de rente van 0% naar nu 2,7%. Maar ondanks dat komen de rampscenario's niet uit. Een van die scenario’s is dat Italië door de beleggers als risicovol gezien de schuldenpositie en dat de rente daar fors zou stijgen. De maatstaf voor dat risico is de spread het verschil tussen 10-jarige Italiaanse leningen en 10-jarige Duitse. Een jaar geleden was dit verschil 1,5% maar staat nu op 1,8%. Procentueel een forse stijging maar in absolute termen niet iets om veel zorgen over te maken. Ook aandelenmarkten zijn niet enorm gedaald ten opzichte van een jaar geleden. De S&P500 is in een jaar met 7,3% gedaald terwijl de StoXX600 met 6% is gestegen. Natuurlijk is het argument van de doemdenkers dat het gegeven dat zich geen grote financiële rampen hebben voorgedaan dit niet betekent dat deze niet gaan gebeuren. Maar met enige nuchterheid moet geconstateerd worden de ondanks de sterke renteverhogingen door de FED en ECB de paniek op de financiële markten duidelijk uitblijft. En dat geeft een stevig fundament.